-
1 arg
〈 ärger, (am) ärgst(en)〉2 〈informeel; regionaal〉erg, zeer ⇒ hevig, groot♦voorbeelden:gar zu arg • al te erg, al te bontseine Deutschkenntnisse liegen sehr im Argen • met zijn kennis van het Duits is het treurig gesteldarg krank • ernstig ziek¶ an nichts Arges denken • van de prins geen kwaad weten, volkomen argeloos zijn -
2 eine arge Zeit
См. также в других словарях:
Stijn Streuvels — dedicated to Streuvels.He started writing at a very young age. He was inspired by his uncle (another famous writer) Guido Gezelle. Initially his work was published in an insignificant magazine De jonge Vlaming . Soon he was discovered by the… … Wikipedia